Zittend president Dilma Rousseff van Brazilië heeft de presidentsverkiezingen van zondag gewonnen. De linkse presidente, aan het roer in Brazilië sinds begin 2011, haalde echter niet voldoende stemmen om meteen te worden herkozen. Over 2 weken mag de bevolking opnieuw naar de stembussen.

De kandidate van de Arbeiderspartij (PT) moet het in de tweede ronde opnemen tegen de centrumrechtse Aécio Neves van de Sociaaldemocratische partij (PSDB). Hij kreeg zondag 34 procent van de stemmen, vooral vanwege de toegenomen onvrede onder de bevolking over de haperende economie en de toegenomen corruptie in Brazilië.

Marina Silva van de Braziliaanse Socialistische Partij (PSB) kwam niet verder dan 21 procent van de stemmen. Een stemadvies wilde Silva haar aanhangers zondag nog niet geven. De komende dagen zal de partij en standpunt bepalen wie in de tweede ronde gesteund zou moeten worden; Rousseff of Neves.

Neves riep de achterban van Silva in ieder geval al op om op hem te stemmen, hij vertegenwoordigt naar eigen zeggen de “hoop op verandering”. Roussef las de uitslag van zondag als een afwijzing van “de geesten van vroeger, recessie en werkloosheid”.

Nek-aan-nekrace tweede ronde

Analisten denken dat de tweede ronde kan uitlopen op een nek-aan-nekrace. In de campagne zal het wel eens hard tegen hard kunnen worden met een beduidend scherpere toon dan bij de eerste ronde, voorspellen ze.

Brazilianen kunnen kiezen uit twee duidelijk verschillende toekomstvisies. Neves is vriendelijker voor het bedrijfsleven, Rousseff is meer van het staatsingrijpen. De zittende president zal haar tegenstander proberen neer te zetten als een privatiserende zakenman die zal snijden in de sociale zekerheid. Neves zal benadrukken dat Rousseff het land zal belasten met nog hogere overheidsuitgaven en de economie de grond in zal boren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl